Witloof
of Brussels lof is een op en top Belgische groente. Hier ontdekt,
geperfectioneerd en nog altijd volop geteeld. Een teler gooide in
1850 wat wortels met donkere aarde op een hoop. Uit die wortels
bleken ineens gele, eetbare stronkjes te groeien. De Belgische
botanicus Brézier ontwikkelde vervolgens een teelmethode om de
blaadjes te bleken. Zo ontstonden de witte bladeren (wit loof) die
verhandeld in de Parijse markthallen. Daarna ging het snel met zijn
populariteit, vooral in eigen lang en bij de noorder- en zuiderburen,
die samen met België tot op de dag van vandaag de grootste
producenten zijn.
Witloof
is verwant is cichorei en behoort tot de zogenaamde composieten. Om
de bittere kern zit op elkaar groeiend blad. De teelt is bijzonder
en omslachtig. In het voorjaar wordt lof gewoon uitgezaaid op de
akkers. De wortels worden vervolgens uit de grond gehaald, ontdaan
van blad en in speciale rekken vastgezet. In verdonkerde ruimtes
ontspruit aan de bovenkant van de wortel in drie weken een mooi blank
struikje. Vroeger stopte men ze in een kuil en stortte daar aarde
op. Nu gebeurt dat soms in bakken met stromend water. Belangrijk is
dat de omgeving donker is, anders worden de randen groen. Daarom
liggen ze netjes rij aan rij in dozen met donker papier.
Mini-tarte tatin van witloof en appel
8
struikjes witloof
2
appels
citroensap
boter
2
el suiker
bladerdeeg
1
ei
- Maak de struikjes witloof schoon. Stoof ze licht aan met wat boter en laat verder garen met een beetje water.
- Snij de geschilde appel in blokjes en besprenkel met citroensap. Stoof eveneens in wat boter en bestrooi met 1 el suiker.
- Snij het gare witloof in stukken van 1,5 cm.
- Kwast een muffinblik in met olie. Plaats in elke holte 2 of 3 stukken witloof. Verdeel er de appelstukjes over en bestrooi met de rest van de suiker. Leg op ieder stuk een rondje bladerdeeg en duw de randjes licht langs het witloof. Kwast in met losgeklopt ei.
- Zet ongeveer 14 minuten in een oven van 200°C.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten